Altijd naar beneden op de El Choro trail
Het is een mooie zonnige dag om te gaan wandelen, maar eerst spenderen we even wat tijd in de auto om te geraken waar we moeten geraken. Ik ga de El Choro trekking doen, die begint in de Andes en eindigt in de Yungas, zeg maar de jungle. De normale route gaat van 4800 meter naar 1200 meter, maar ik heb gekozen voor een versie die wat lager begint dan normaal, want het is vooral afdalen en daar zijn mijn knieen niet zo goed in.
We rijden met een 4x4 busje vanuit La Paz, over een pas van 4800 meter, en dalen af tot het gehucht Chucura, dat op 3600 meter ligt. Vandaar gaat de tocht van vandaag naar 2800 meter, waar de eerste kampplek is. Dat leek mij wel haalbaar. Mijn tochtgenoten zien alles zitten, want ze zijn beiden 22 jaar en weten nog niet wat kniepijn is. Onderweg komen we 1 wandelaar tegen die de tocht in omgekeerde richting doet, dus alles stijgen, wat mij ook wel iets zegt. Maar dat zal voor de volgende keer zijn, als ik mijn eigen kampeergerief meeheb. Nadat we ons klaargemaakt hebben, beginnen we eraan en het daalt direct stevig. We volgen de rivier die door de bergen snijdt en dat zorgt voor mooie uitzichten. Maar na een uurtje beginnen mijn knieen toch al een beetje te protesteren bij al dat ferm afdalen. Gelukkig stoppen we al vlug voor de lunch en kan ik even recupereren.
Ik kijk even op de GPS en merk dat we al 400 meter afgedaald zijn. Das wel veel als het in totaal 800 meter dalen is en dat we nog 4 uur te wandelen hebben vandaag. En het terrein ziet er niet uit alsof het plots plat gaat worden. Ik pols even voorzichtig bij de gids en die komt met de verklaring: we dalen eerst af tot 2200 meter en stijgen dan terug naar 2800. Slik, dat stond er niet bij in de omschrijving. Dus ipv 800 meter dalen, doe we er 1200, en dan nog eens stijgen. Ik haal de volledige trukendoos boven om mijn knieen om geen ontsteking op mijn knieen te krijgen, en dat lijkt net voldoende te lukken tot het pad wat begint te varieren. Niet dat het direct veel gemakkelijker is, maar wat stijgen tussen het dalen door, maakt het wel haalbaarder. Tussen al dat stressen ivm knieën door, is het landschap wel wat veranderd. De kale bergen hadden we sowieso al gepasseerd met de auto, de schapen en geiten zijn achter ons gebleven, en de vegetatie is nogal toegekomen. We zien de rivier slechts nog af en toe, maar we horen die wel. Dat is, totdat het begint te regenen, dan horen we vooral het getik op ons regenkap. Dat komt bij de omgeving, zegt de gids, want het is hier al wat meer nevelwoud. Gelukkig geen stortbui en na een paar uur houdt het wel op, maar de rotsen die het pad vormen zijn plots wel een stukje gladder en nu en dan hoor je iemand gillen of vloeken. Af en toe trekt het pad even open, op de plaatsen waar het mogelijk is te kamperen. Tegen 16u komen we dan ook aan zon plek, met een kleine waterval in de buurt. Ideaal om even te tanken en iets te eten. Ik blijk de enige te zijn die al wat moe is, en de gids zou graag nog een eindje verder gaan want de volgende kampplek heeft een veel mooier uitzicht. Een pak koeken later ben ik er klaar voor en gaan we terug op weg. Eerst steken we de rivier over op een gammele brug waarvan je denkt dat ze jaren geleden al had uitgevallen moeten zijn, daarna gaat het terug omhoog. Uiteindelijk is het helemaal niet zo ver en moeilijk als de gids voor waarschuwde en komen we aan bij een huisje met een mooi grasveld en een schitterend uitzicht op beide kanten van de vallei.
Tentje opzetten, theetje drinken, wat genieten van het uitzicht en de zonsondergang, iets lekkers eten en dan een verdiende nachtrust. Of dat laatste was toch de bedoeling, maar de ondergrond was iets harder dan verwacht en de slaapmatjes niet zo de kwaliteit die ik gewoon ben. Dus de hele nacht voel ik elk bultje en steentje van de grond. Ik slaag er wel in wat te slapen, maar tis toch niet de beste van de afgelopen dagen, en er was echt niet veel nodig om dat te overtreffen.
’s Morgens ben ik evengoed welgezind wakker, want hoe kan het anders in deze omgeving. Ontbijt is best lekker en uitgebreid, beter dan wat ik in La Paz kreeg, al is er hier ook wel 3 man mee om alles te dragen. Er is een duidelijke stijlbreuk met het pad tegenover gisteren, veel minder rotsen, meer singletrack aardeweg en het gaat een beetje op, een beetje neer, een beetje plat. Los van de hoogte ben ik dees wel gewoon en dus heb ik geen probleem meer om de wilde jeugd, en de gidsen te volgen. We passeren nu meerdere zijrivieren, die zorgen voor extra valleien waar we langs/door moeten. Het is ook al een pak warmer en vochtiger geworden, dus ik ben blij met de extra wateraanvoer en vul mijn drinkzak bij elke keer ik kan. Tegen de middag begint de maag toch wat te knorren, maar de gids wil gewoon doorlopen, hij heeft duidelijk iets in gedachten. We passeren nog enkele mooie kampplaatsen, ideaal voor de lunch lijkt mij, maar toch wordt er niet gestopt. Tegen 1u in de namiddag komen we aan bij een hoop gebouwen, blijkt het kantoor te zijn van het Nationaal Park. Dat is de officiele kampplek van dag 2.
Dus hier wordt het wat moeilijk. Maar eerst lunchen we op het gemak en genieten we van het uitzicht op de vallei die we net doorkruist hebben. Na wat geaarzel komt de gids polsen wat onze wensen zijn, hier blijven tot vanavond en kamperen, of verdergaan naar het eindpunt. De reden van het geaarzel komt al vlug naar boven en dat is geld, hij is namelijk bang dat we een deel gaan terugvragen omdat we een nacht minder kamperen en ook 3 maaltijden niet krijgen. Voor mij alvast geen probleem, want ik kan een extra dag altijd gebruiken, en de Deense jeugd ziet het ook niet zittten om hier 8 uur te zitten rondgapen. Het uitzicht is mooi, maar niemand die een hangmat en een boek in zijn rugzak verstopt heeft. Nadat de gids geconfirmeerd heeft dat er iemand ons kan komen ophalen aan het eindpunt, gaan we terug op pad. Het landschap verandert niet zoveel meer, al dalen we wel nog vlot een 1000 meter af en de uitzichten blijven mooi. Uiteindelijk komen we terug in de beschaving, dat zich vertaald in een winkeltje dat ijsjes heeft, meer moet dat op dit moment niet zijn. Dat gaat vlot binnen en bij wonder komt de bus kort daarna ons oppikken. De weg terug gaat minder vlot dan gedacht, want het duurt een uurtje voordat we terug bij de asfalt zijn en daarna moeten we nog terug naar 4800 meter, want niet zo vlot gaat als je zou denken. De chauffeur doet zijn best, want vanavond speelt Bolivië tegen Argentinië voor een plaats op het volgende WK en dat wil niemand missen. Alle, buiten de auteur dan misschien, maar dat zeg ik zeker niet luidop. De match is al begonnen als ik gedropt word aan de hostel, maar ik ga toch eerst effe douchen vooraleer ik mij naar de bar begeef. Ik eet er een lekkere spaghetti en neem er een glas wijn bij, terwijl Bolivië met 6-0 naar huis gestuurd wordt door Messi en co. Ik maak van de gelegenheid gebruik om een paar dagen te boeken op het Titicaca meer en dat zal er eerder zijn dan gedacht, want mijn bus vertrekt morgenochtend om 7u30 al. Maar meer daarover in de volgende blogpost.
Nota van de auteur: geen.