24 September 2024

De bestemming is de Pantanal in Brazilië. De weg ernaartoe is slechts 700 km, maar snelwegen zijn afwezig. En we hebben 4 dagen dus we kunnen het rustig aan doen.

Road trip
Road trip

Na een dagje Asuncion is het tijd om te vertrekken richting Pantanal, maar er is meer onderweg dan je op het eerste zicht zou vermoeden. We beginnen bij het hondenhotel in de buitenwijken, waar Maya een weekje zal verblijven. Een uurtje later slaan we linksaf van de weg op een oranje grintweg, waar we elke anderhalve kilometer een poort moeten open- en dichtdoen, voor de koeien. Het landschap bestaat uit weiden, met hier en daar nog een palmboom, en koeien, veel koeien. Zo ver het oog rijkt is het bos gerooid, hier en daar staat er nog een plukje overeind, om de wereld van steaks te voorzien.

Na 23 poortjes komen we aan bij Estancia Puerto Olivares, een boerderij niet ver van de Rio Paraguay. We worden hartelijk onthaald, korte uitleg over de omgeving en we beginnen net voor het middaguur aan een kleine wandeling richting de rivier. Vogels, een paar camping plekken, rotsen in het water, meer vogels, met een speciale langstaartzwaluw en zwarte ibissen, een kerk uit 1860 en een grote hagedis later, steken we wat choripan binnen, die enorm smaakt. Een korte siesta later brengt de eigenaar ons terug naar de rivier, waar ze met de kayak de andere kant gaan ontdekken. Reigers van alle soorten en ijsvogels houden ons gezelschap. Het naderende onweer maakt ons wat voorzichtiger en uiteindelijk beslissen we om terug te keren, licht tegen Pieter’s goesting. De wind steekt op maar doet helaas niet veel aan de snelheid. We blijven echter gespaard van de volle kracht van het onweer en bereiken veilig terug de steiger. Met een pint in de hand zien we het onweer losbarsten, waardoor de temperatuur van een vlotte 35 graden zakt naar iets boven de 20, waarop de truien en jassen bovengehaald worden. Er staat bbq op de menu en een beetje Paraguyaan laat zich niet doen door een onweertje, dus ‘s avonds genieten we van lekkere sateetjes, met een stukje brood.

Kayak
Kayak

Het onweer zorgt voor een heldere hemel, die was voordien wat onttrokken aan het zicht door de rook van de bosbranden in Brazilië en Bolivië. Helaas mogen we ‘s ochtends niet direct vertrekken want we zouden de natte weg in frieten rijden, dus gaan we nog even op de rivier met het vlot om nog wat vogels te spotten. Maar tegen de middag vliegen we verder aan een gezapige snelheid over de weg richting Yby Yau, waar we de enige toeristen gaan zijn. Hotel Paraiso heeft zijn naam toch een klein beetje gestolen, maar een proper bed en een douche zijn voldoende voor deze stop. Even later genieten we van een Paraguayaanse pitta en een echte Stella (gebrouwen in Brazilië). Afsluiten doen we met een acai met banaan, die we vinden in een zijstraat van het dorp.

’s Morgens gaan we ontbijt zoeken in het tankstation, maar dat blijft beperkt tot een veel te zoete Dolce Gusto cappucino en een koek die je mond nog droger trekt dan een lepel kaneel. Even later staan we echter al aan de voet van Cerro Memby, een rots die bereikbaar is via de landweg. Bereikbaar is een groot woord want het pad dat op de kaart staat is niet te zien en overal zitten er koeien achter draad. Op en over de draad, en wat verder toch een pad. Over een pas, dan langs de rots omhoog, tot we op een punt komen dat de veiligheid toch redelijk in het gedrang komt.

Cerro Memby
Cerro Memby

Terug naar de auto en verder richting de grens met Brazilië. Het lijkt er de Schengenzone wel, want we rijden gewoon de grens over zonder ook maar iemand te zien. Op een stempel moet ik alvast niet hopen. Kort daarna stuurt de gps ons via de scenic route en alweer denderen we over een oranje landweg. Pieter’s 4x4 heeft er echter weinig moeite mee en we halen vlot de maximum toegelaten snelheid van 80km/u. Enkel de houten bruggetjes en de occasionele koe op de weg vertraagt de voortgang wat, maar al vlug passeren we de afslag naar Bonito, eindbestemming van de dag. Maar de dag is nog maar halverwege, dus eerst even richting Bucaro de Araras, een zinkgat waar de grote rode papegaaien afspreken voor de koffie. Vlak op de middag hebben ze er echter weinig zin in en is het redelijk statische boel. We spreken af om terug te komen in de ochtend als er wat meer actie is. Dan gaan we wat stekken bij het buffet van Rio da Prata 2 kilometer verder, waar we gelijk de snorkeltocht op de rivier boeken voor 2 dagen later.

Laat op de middag komen we uiteindelijk toe bij Didier, een Waal die al 17 jaar in Bonito woont en een paar bungalows heeft staat op zijn domein. In Bonito is het ecotoerisme in Brazilië gestart. En dat hebben we gemerkt want alles is er pokkeduur, en verloopt verplicht via toeristenbureuatjes. “Eco” lijkt hier verveld te zijn van ecologisch tot economisch. Maar als dat een beetje natuur beschermd tegen de omhakwoede van de boeren, dan pakken we dat erbij. We boeken 2 grottentochten voor morgen, zoeken wat water, checken of er Havaianas in onze maat zijn (nee dus), drinken een pint en eten een steak. Wederom een leuke avond. Maar het was nog niet gedaan. Bij het binnenrijden van de poussada steekt er zowaar een tapir de oprit over. We zijn zo in shock dat we niet op tijd een foto kunnen nemen.

Bonito breakfast
Bonito breakfast

De eerste ochtend worden we verwelkomd door enkele araras die hier in de tuin aan het nesten zijn en wat verder zijn enkele toekans aan het genieten van de ochtendzon. Je moet hier duidelijk geen excursie doen om wat dieren te zien. Bij het ontbijt zien we meer araras die aangetrokken worden door de zonnebloempitten die de eigenaar kwistig rondstrooit. Na een lekker ontbijt gaan we naar de Gruta de Lagoa Azul, waar we afdalen in een grote grot, met helm en mondmasker. 300 trappen lager wacht een klein meertje met een mooie blauwe schijn. Het is meer dan 90 meter diep en ze hebben de bodem nog niet gevonden. Hier is nog wat ontdekkingswerk mogelijk. Maar dat is helaas niet voor ons, want we mogen terug naar boven in de drukkende warmte. Bij toeval zien we, wegens parkeerproblemen een restaurantje dat “Com o vovô” noemt, vrij vertaald naar “Bij opa thuis”. En dat is een schot in de roos. Lokale stoofpotjes in buffetstijl, met veel verse groentjes, dat is smullen. Doe daar nog een mangojuice bij en ik wil alweer terugkomen. Maar eerst gaan we nog een wandelingtje maken door de Gruta Cathedral. Ook daar krijgen we een helm op ons hoofd geduwd, maar gelukkig moet het mondmasker hier niet. Een fijne wandeling bij 39 graden later mogen we afdalen in een grottencomplex waar het spontaan 15 graden frisser is. Ik wil nu al niet meer weg, behalve om te gaan eten bij opa dan. Mooie formaties wisselen we elkaar af en vlugger dan gewenst wandelen we terug door de middagzon. Afkoelen doen we bij het zwembad met een pintje, aansterken met een stukje vis in de Steak House (ja, ik begrijp de ironie). De tapir laat zich helaas niet meer zien, hoe lang we ook wachten op de oprit.

Gruta da Lagoa Azul
Gruta da Lagoa Azul

Deze keer staan we vroeg op, want we worden om 7u verwachten aan het zinkgat, en dat is een klein uur rijden. Iets te vroeg voor Didier, die een kan koffie en een stuk droge cake klaargezet heeft voor ons. De vogels maken echter veel goed, en we worden 3 uur getrakteerd op gekrakeel van araras en ibissen, die regelmatig overvliegen en landen op een nabije boom of rots. We worden vergezeld door een bende Scandinavische birders met vette camera’s, wat zorgt voor een salvo van shutters telkens er een vogel een scheet laat. Maar dat kan de pret niet drukken, want ook al hebben we het materiaal niet van de Scandinaven, we gaan er zelf ook in op. Tot ons westvlaams opgepikt wordt door wat andere Vlamingen. Gedaan met grapjes maken, tis tijd om af te koelen in de Rio de Prata. Daar kunnen we nog effe iets meegrissen van het buffet, alvorens met wetsuit en snorkel in de rivier te vallen. Ideaal om wat af te koelen ook. De zichtbaarheid is enorm en de vissen zijn gewoon aan mensen. We drijven mee met de stroming, door het bos, maar dan met onze neus op de takken en bladeren en het leven dat dat creeert in het water. Een paar uur later staan we terug aan het buffet want dobberen is zwaar werk. Dan terug naar Bonito voor een laatste avondmaal vooraleer we ons begeven naar de Pantanal, voor meer natuur.

Buff-necked ibis
Buff-necked ibis
Arara
Arara


Nota van de auteur: Ik heb echt geprobeerd om er een korte blogpost van te maken, maar ik kan het gewoon niet.