Iguaçu en zijn watervallen
De watervallen van Iguaçu stonden op mijn lijstje voor 2020, nadat het niet gelukt was ze te bezoeken in 2014. Maar daar was toen iets tussen gekomen. Ik had ze deze keer echter niet gepland omdat ik richting Bolivie uitwilde en de omweg te groot zou zijn. Pieter kon me echter overtuigen, maar ik zou enkel de Braziliaanse kant kunnen bezoeken. En dat vond hij niet kunnen, dus hij veranderde zijn plannen en we gingen met de auto van de Pantanal naar Foz do Iguaçu.
De weg is lang, en we rijden via Paraguay, om miserie met stempels in mijn paspoort te vermijden, maar Pieter heeft er vertrouwen in dat we voor donker terug in Brazilië zijn. Onderweg zien we meer tapirs en miereneters dan we de afgelopen dagen gezien hebben, helaas liggen ze allemaal dood aan de kant van de weg. Waar er geen beschermd gebied is, zijn deze dus vogels voor de kat.
De grensovergang is nog steeds even rustig, maar het is dan ook weer zondag, dus er hoeft niet gewerkt te worden. Al vlug zoeven we over de Paraguaanse wegen terug naar het zuiden. Aan de temperatuur zou je het niet zeggen, het is en blijft boven de 30 graden. Het vlot echter echt wel goed en tot onze verrassing zijn we om 16u al aan de grens. Hier zijn ze wel wakker op zondag want er is veel smokkel hier. Er is echter geen controle van de paspoorten want er passeren hier weinig toeristen, dus ook hier zijn we binnen zonder stempels. Hotel is vlot gevonden, geen grande luxe, maar het heeft een zwembad, dus hup het water in. Ondertussen heeft Pieter een taxichauffeur gecontacteerd voor de Argentijnse kant, maar die laat weten dat er daar wel degelijk controle zal zijn van mijn paspoort. Dus vlug afdrogen en terug de auto in. Brazilie, Paraguay, kar keren en terug, maar deze keer stoppen we bij beide immigratie kantoren voor de juiste stempels.
’s Morgens laat ik mij uitgebreid gaan op het ontbijtbuffet want de kans dat er deftig te eten is in het park, is klein. Even lijkt dat het ik niet eens zo ver zal geraken, want tickets betalen met mijn bankkaart lukt niet. Mastercard wil de automaat ook al niet. Heb ik nog mijn backup bankkaart, die ik toevallig bij heb, oef, ik kan toch binnen. Samen met een kleine duizend andere mensen, zo lijkt het toch, mag ik de bus op. Bij de eerste halte spring ik er al af voor een tochtje met de boot. De Macuco safari begint met een treintje door de jungle, met wat uitleg van de gids, gevolgd door een wandelingetje door diezelfde jungle, met ietwat meer uitleg, om aan te komen bij het water. Daar krijgen we de keus voor de natte of de droge boottocht. Er is niemand die voor de droge kiest. Even zwembroek aan en ik ben er klaar voor. De speedboot gaat er direct wild voor en het duurt niet lang voor een golf water over de boord klotst. Er zijn dan ook een ferme stroomversnellingen in de rivier. Na een kleine 5 min draaien we een bochtje om dat een eerste blik geeft op de watervallen. En die zijn fantatisch. En klein, gelijk die grap van Jeroen Leenders, maar dan echt, want ze zijn in de verte. Wat verder krijgen we een blik op de rest van de watervallen, maar een goed beeld ervan krijg ik nog niet. We worden er volop foto’s genomen, er passeert zelfs een cameraman, voor het geval je fan bent van selfies getrokken door iemand anders. Daarna is het tijd voor de douche, de kapitein stuurt vlot de boot onder een van de watervallen, en wat is die koud en hard. We gaan er verschillende keren onder, met geroep en gefilm alom. Eens iedereeen volledig doorweekt is, varen we terug, waarbij we nog wat kunstjes doen bij de vele stroomversnellingen, voor het geval we al opgedroogd waren. Eens omgekleed spring ik terug op de bus en stap af bij de wandeling.
Het begint met de watervallen aan de Argentijnse kant, maar hoe verder ik kom, hoe meer de hoofdwaterval in beeld komt. Wat een schouwspel. Helaas moet ik aan elke uitzichtpunt mij een weg banen door de vele selfieliefhebbers. Er zijn ook een hoop stokstaartjes die met de aandacht gaan lopen, ook al zijn die alleen op zoek naar het eten van de bezoekers.
Uiteindelijk kom ik bij de walkway naar het beste zicht van deze kant, maar ik word gestopt door een Ecuadoriaanse grootmoeder, die met mij op de foto wil. Ik doe mijn best om een praatje te slaan met mijn basic Spaans, en wordt gered door haar kleindochter, die het gezien heeft en weer weg wil. Ook hier is het maken van foto’s niet gemakkelijk wegens de vele selfies. Bij het vertrekken zie ik nog een hoop militaire politie, die ook selfies aan het maken is. Blijkbaar is er een G20 top in het stad, dus is er overal verhoogde paraatheid, al moet die even wachten voor de foto. De G20 top is over natuurbehoud, nog veel werk aan de winkel helaas, als je kijkt wat er gebeurt in Paraguay en de Pantanal. Maar goed, watervallen dus.
Ik heb het meeste wel gezien aan deze kant en aangezien ik nog wat moet wachten, waag ik het mij toch aan Parc des Aves, ook al ben ik geen fan van het concept, ook al gaat het om geredde dieren. Ik werd er direct begroet door felrode ibissen, die ik duidelijk niet gezien had in de Pantanal. De volgende kooi mocht je doorwandelen, dat was wel speciaal. Voornamelijk lokale vogels, samen met uitleg over de habitat en de status ervan (over het algemeen niet zo goed). De kooien met de papegaaien en arara’s zijn wel de topper, het is er ook gemakkelijker om eens een foto te nemen. Ik dwaal nog wat rond in de vlinder- en colibrituin als Pieter laat weten dat het tijd is om te vertrekken. Blijkt dat ik toch nog niet aan het einde ben.
De volgende ochtend sta ik om 6u30 al aan het ontbijt, want om 7u gaat de rit richting Argentinië. De taxichauffeur spreekt Portugees en Spaans, maar een vlot gesprek blijft uit. Aan de Braziliaanse kant krijg ik een stempel, aan de Argentijnse kant wordt het gewoon gecontroleerd, of dat vermoed ik toch want ik zie niet wat er gebeurt in het hokje waar mijn paspoort in verdwijnt. Beetje later sta ik aan het loket om een ticket te kopen, even wachten tot het park open gaat en dan een spurtje naar de trein. 4 km verder van de trein af en als een van de eersten naar de Garganta del Diablo. Ik zag gisteren van de Braziliaanse kant veel volk staan daar, dus zou het liefst genieten van de waterval als het nog wat rustig is. Ik ben natuurlijk niet alleen met dat idee. Zo dicht bij de waterval, voel je de kracht ervan. Indrukwekkend hoeveel water er daar naar beneden gaat. Ik hang er een half uurtje rond, totdat het volk mij teveel word. In plaats van het treintje terug, ga ik te voet, wat net iets aangenamer is. Bij het volgende station waag ik mij eerst aan het “sendero superior”, dat bovenaan de watervallen passeert. Mooi, maar de bovenkant is meestal niet de mooiste kant van een waterval. Dus dan direct door naar “sendero inferior”. Eerst even een blik op de Garganta, van wel heel ver nu, daarna een beter zicht op de Argentijnse kant.
Tegen dan is het middag en eet ik mijn koekjes op naast een metalen hek aan de eetruimte, die blijkbaar moet beschermen tegen apen en coati’s. Maar die zijn niet aanwezig. Ik zag op de kaart nog een andere trail, die eindigde bij een waterval, en aangezien ik genoeg tijd heb, en echt wel nog eens mijn benen wil strekken na de week stilzitten in Brazilië, ga ik ervoor. Bij het begin van de trail zie ik wat instructies wat je moet doen als je een jaguar of een puma tegen komt … Deels geintrigeerd, deels voorzichtig ga ik het paadje op. Ik kijk af en toe eens achter mij en bij elk “groot” geluid uit de jungle links en rechts kijk ik toch even het struikgewas in. Na een goede 20 minuten kom ik wat volk tegen in de tegenovergestelde richting, meer dan verwacht eigenlijk. Lijkt me dat er hier geen zullen gespot worden vandaag, als het zo druk is. Als ik aankom bij de waterval, zie ik in de poel ervoor wat volk zwemmen, vandaar dat het wel wat drukker is dan verwacht. Er staat dan wel een bordje “do not swim”, maar de mens die dit bord gezet heeft, wist waarschijnlijk zelf ook wel hoe onnuttig zijn werk was. Een zwembroek heb ik helaas niet bij, dus het blijft bij wat pootjebaden.
Dan maar terug, de taxi in, de grensposten voorbij en terug naar het hotel. Daar staat Pieter klaar om te vertrekken want hij moet morgen toch eens naar kantoor. Dat is echter buiten de grensovergang van Brazilie naar Paraguay gerekend. Daar staan we een uurtje aan te schuiven en het is niet zo duidelijk waar ik moet gaan met mijn paspoort. Uiteindelijk zijn we erdoor, maar helaas is het al donker. En het wordt al vlug duidelijk dat rijden in het donker hier niet zo leuk is. Hier en daar een brommer zonder lichten, een tegenligger op de pechstrook, alles kan hier zo’n beetje. En dan nog wat file in Ascunsion centrum zelf. We stekken nog een pitta en dan slapen. Het is mooi geweest.
Nota van de auteur: Geen.