21 February 2020

Mindo, aka the cloud forest. Het kleine stadje ligt te midden van de het nevelwoud, dus vochtig en warm, en een paradijs voor vogelspotters. Vanuit de bus kon ik de beboste bergen al zien voordat we in Mindo zelf waren en het zag er goed uit.

Na het inchecken begon ik een stadverkenning. Zoals steeds was ik op zoek naar fruit en snacks, voor tijdens het wandelen. Ik ontdekte er ook de arepa, een Venezuelaanse maispitta met kaas, avocado en nog een hoop dingen. Superlekker, samen met een grote mangojuice. In de stad zelf kun je een cacoa tour doen, waar je je eigen chocolade kunt maken, maar aangezien ik nog Cote d’Or in mijn rugzak heb zitten, hoefde dat niet direct voor mij. Dan liever naar de orchideeën tuin, waar ik een bijna prive-rondleiding krijg. Zoals beloofd begon het om 16u te regenen.

Baby Jesus orchidee
Baby Jesus orchidee
Geen orchidee, maar te mooi om weg te doen uit de tuin
Geen orchidee, maar te mooi om weg te doen uit de tuin
Colibri's rond een voederbakje
Colibri's rond een voederbakje

’s Avonds werd ik opgepikt voor een nachtwanding in het bos. Ik ben altijd al fan geweest van nachtwandelingen, want de sfeer is volledig anders dan overdag. Jij, enkel met je zaklamp, aan het wandelen in een donker bos. Bij aankomst bleken er ook 5 Amerikanen en 2 Britten aanwezig te zijn, wat de sfeer wat verpestte. Het was ook niet gestopt met regenen om 19u, zoals beloofd. Er bleek ook minder te zien te zijn dan gehoopt, mogelijks door de grote groep. Hoewel we geen slangen en zoodieren te zien kregen, waren er wel voldoende spinnen, kikkers (waaronder 1 heel zeldzame, volgens de gids), een stuk schorpioen en een duizendpoot, die bijna plat was. Verder een leuke uitstap.

Zeer zeldzame kikker, je ziet dat zo
Zeer zeldzame kikker, je ziet dat zo

’s Morgens was het vroeg dag, want als je vogels wilt spotten moet je vroeg opstaan. Iets met early bird en worm. Na een snel ontbijtje ging ik op weg, het doel was de watervalroute op 5 km van Mindo. Aangezien een taxi $5 kost en ik hier nog geen maten gemaakt had, besliste ik om te voet te gaan. Maps.me had ook een shortcut gevonden, dus het was maar 4km. Na een goed half uur wandelen stond ik, ferm bezweet, voor een spijkerdraad afsluiting en een bord “Danger, do not pass”. Het zag er niet gevaarlijk uit, maar de eigenaar was het duidelijk beu dat er volk door zijn eigendom wandelde. Dan maar terug naar de stad en de lange weg nemen. Daarmee verloor ik wel een klein uur, dus de vogels waren waarschijnlijk al gaan vliegen. Onderweg werd ik nog vergezeld door 2 honden, die zich niet lieten wegjagen, waardoor zelfs de koeien niet meer in mijn buurt kwamen. Een uurtje later stond ik aan het kabelliftje (dat juist open was), waar mijn hondige metgezellen gelukkig niet toegelaten waren.

Ziet er heel gevaarlijk uit ook ...
Ziet er heel gevaarlijk uit ook ...

Eens aan de overkant kreeg ik een korte uitleg van de 2 trails en ik koos spontaan voor de verste, ervan uitgaande dat die het rustigst zou zijn. Dat was natuurlijk ook zo want ik was de enige wandelaar op dat moment. Mooie wandeling van 50 minuten naar een waterval, maar van dat warme vochtige weer schoot enkel het vochtige over. Dus ik zweette mij te pletter en zodra ik stopte met wandelen kreeg ik koud. Geen ideale combinatie. Daarbij kwam nog dat ik ongeloofelijk slecht ben in vogelspotten. Ik hoorde vogels, maar ik zag ze niet, ik had niet het geduld om even te gaan zitten op de natte grond. Na de weinig indrukwekkende waterval (misschien heb ik er al teveel gezien?) keerde ik op mijn stappen terug en warmde ik even op met een warme chocolademelk (met lokale cacao vermoed ik) aan de kabellift. Ik had die nog maar juist gekregen en de bediener van de kabellift riep mij en vroeg of ik een toekan wilde zien. Wat een vraag, zeg, ik ben toch een birder. Het duurde zeker een halve minuut voordat ik de felgele vogel kon onderscheiden van de groenbruine boom, top vogelspotter hierzo.

Na de chocomelk ging ik de andere watervallen bekijken, maar die waren ook niet om over naar huis te schrijven, dus dat gan ik dan ook niet doen. Met mijn voetblessure wilde ik ook niet door het water wandelen, ook al waren die al doorweekt van het vele zweten. Maar dat was ik op dat moment actief aan het negeren. Op de terugweg begon het vrolijk te regenen, om een minder leuke wandeling nog wat miserabeler te maken. Ik vond een afdakje, waar ik mijn jas wat probeerde te drogen, terwijl er een hoop Ecuadoriaanen in tshirts, met rillende kinderen, passeerden. Die hadden duidelijk ook wat warmer weer verwacht hier. Op de terugweg pikte ik nog 1 van mijn honden op, die braaf mee terugwandelde (totdat hij de koeien zag) en bij aankomst in Mindo verdween. Ik ging troost zoeken in een arepa met nog maar eens een mangojuice. Ik ging nog op zoek naar een krant, om mijn schoenen te drogen, maar blijkbaar hebben ze dat hier niet. Alles was nat en mijn warme kleren waren achtergebleven in Quito, want Mindo is warm was mij beloofd. Niet in februari dus. Ik krulde me op in een hangmat om de colibri’s nog wat te observeren, totdat het donker was, dan kwam de ereader uit (hint: das geen nachtvogel).

Spot de vogel
Spot de vogel

De volgende ochtend werd ik goedgeluimd wakker, want er stond weer een nieuwe dag vogelspotten op het programma. Bij het horen van een aanhoudende regenbui verdween sloeg dat gevoel al snel om en bleef ik wat langer in bed dan gepland. Toen het uiteindelijk stopte met regenen, trok ik mijn vochtige schoenen aan en slofte ik naar Casa Amarillo, het gele huis met een stukje bos waar het goed is om vogels te spotten. Ik kreeg er een plannetje met een paar trails en wat er te zien was. Vol goede moed ging ik de berg op en eens in het bos lette ik supergoed op, maar eens te meer bleken mijn vogelspot-kwaliteiten ondermaats te zijn. Het begon ook weer te regenen, dus het was wandelen/schuilen/wandelen/schuilen … Bij de laatste schuilsessie bleek er dan ook nog eens een harige rups in mijn jas onderdak gevonden te hebben, dus kon ik me ook nog eens zorgen maken over een allergische reactie aan die haren. Tegen de middag had ik er genoeg van en keerde ik terug. Ik was nog maar het bos uit of de vogels vlogen me rond de oren. Colibri’s rond een paar orchideeēn, een hoop toekans hoog in de bomen, een roofvogel of 2 cirkelend in de lucht, een paar gele vogeltjes waarvan ik de naam niet weet, en een kip. Even dacht ik om nog eens door het bos te lopen, maar ik was zeker dat het dan terug zou beginnen regenen, dus ik droop af naar mijn favoriete arepa-restaurant, voor meer van hetzelfde.

Vlinder met doorzichtige vleugels, speciaal
Vlinder met doorzichtige vleugels, speciaal
Gele vogeltjes, waarvan je de naam in een boek kunt vinden, vermoed ik
Gele vogeltjes, waarvan je de naam in een boek kunt vinden, vermoed ik
Toekan, die ikzelf gevonden heb. Pro birder right here, people
Toekan, die ikzelf gevonden heb. Pro birder right here, people

’s Avonds ging ik voor gezond en vegetarisch en simpel, tomaten/avocado salade met brood. De hostal bleek plots ook volledig vol te zitten, want het was weekend en dan komen de stadsmensen naar Mindo (net zoals de Teleférico in Quito). ‘s Morgens ging ik voor de eerste bus terug naar Quito, en wat bleek, het was volledig opgeklaard, eindelijk een mooie zonnige warme dag in Mindo. Even dacht ik er nog aan om wat te gaan birden, maar mijn natte kleren en de wetenschap dat het terug zou beginnen regenen zodra ik van gedacht veranderde, hielden me tegen. Dus busticketje kopen en terug naar Quito. Daar kwam ik ook het Amerikaanse koppel tegen dat 2 nachten in dezelfde guesthouse verbleven had, die hadden het ook gehad met de regen. Op de bus werd mij nog eens duidelijk gemaakt dat Ecuadorianen echt wel gehecht zijn aan het plekje dat op hun busticket staat, want hoewel er bijna geen volk op de bus zat, kreeg ik een buur.