24 February 2020

Op de terugweg naar Quito wil ik stoppen aan Mitad del Mundo. Dit stond niet op mijn planning wegens te toeristisch, maar aangezien de bus er passeert, kan ik evenwel eens uitstappen. Er is ook een krater in de buurt die ik wel eens wil zien.

Na een vlugge check met mijn Amerikaanse vrienden blijken die daar ook voor te vinden te zijn. Bij aankomst worden we begroet door een Ecuadoriaan die ons spontaan een tour aanbiedt van het echte middelpunt van de wereld, een paar kilometer verder. We bedanken vriendelijk en wandelen verder naar het toeristisch ding, om te zien dat de kassa’s maar open gaat om 9u. De tourguide stelt ontbijt voor, en omdat er toch niets beters te doen is, laten we ons begeleiden naar een restaurantje, waar we, zoals verwacht, eieren krijgen. Het verse sapje en een zoete pistolet maken het af. Onze tourguide komt toch nog eens polsen, maar we bedanken nog eens vriendelijk.

Ik heb geslist om het toeristisch ding links te laten liggen en het “oude” middelpunt te zoeken, waar er een museum is. De Amerikanen vnden dat ook een goed idee en 10 minuten later staan we voor een bord dat zegt “Openingsuren op zondag: 9u30 - 17u”. Zijn we weer te vroeg. We krijgen een Engelstalige gids, die ons wat historische uitleg geeft en daarna de experimenten doet die eigen zijn aan de evenaar: een ei balanceren op een nagel, het verschil in draairichting van weglopend water en iets met minder kracht hebben op de evenaar zelf (dat heb ik niet volledig gevat). Kort maar krachtig bezoekje, en al bij al interessanter dan een groot monument dat niet eens op het middelpunt staat (bewezen door GPS meting).

Met 2 voeten op de grond, maar elk in een andere helft
Met 2 voeten op de grond, maar elk in een andere helft

Daarna ga ik op zoek naar de Pululahua krater. De lokale bus lijkt moeilijker te vinden dan gedacht, maar enkele vriendelijke Ecuadorianen helpen me op weg. Er gaat een vrouw met ijsjes naar de ingang van de krater, dus ik kan haar volgen. Van de bushalte naar de ingang is het nog 20 minuten wandelen, maar ze stopt een pickup truck en we mogen mee in de laadbak, sympatieke mensen hier wel. De krater zelf is een mooi zicht, het is een van de 2 bewoonde kraters in Ecuador. De kratervloer is bedekt met boerderijen en velden. Ik zie van aan de zijkanten de wolken al aankomen, dus ik storm het pad naar beneden af (ook om mijn knieen wat te sparen). Pas als ik beneden ben, bedenk ik me dat ik al een paar dagen niet op 3000 meter hoogte zit en dus misschien wat moet opletten met hoogteziekte. Tijdens mijn wandeling door de krater merk ik dat de wolken sneller opkomen dan gedacht, dus ik laat het plan varen om een van de wandelpaden te doen en keer terug naar het pad naar boven. Terwijl ik stijg, wat best lastig is gezien ik weer even moet wennen aan de hoogte, zie ik de wolken meestijgen en al vlug zit ik in de mist. Een uurtje later sta ik terug aan de viewpoint, die nu een no-viewpoint geworden is. Op de terugweg koop ik nog een ijsje van mijn vriendelijke metgezellin ‘s morgens, maar dat blijkt creme fraiche te zijn. Ik ga te voet naar de bushalte, waar ik wat meewarige blikken krijg van de locals. Onderweg zie ik dat het carnaval begonnen is, maar hier is dat vooral beperkt tot watergevechten. Blijkt dat de bus een andere route neemt dan ik dacht, ik word gedropt aan het oude centrum, wat wel leuk is om nog eens door te wandelen. Ik blijf gelukkig gespaard van de watergevechten. Wegens zondag en carnaval vind ik geen bus meer naar het huis van Laura, dus te voet verder. Ondertussen begint de hemel wat donker te kleuren, maar ik geraak voor de stortbui binnen.

Pululahua, met aanstormende wolken ana de overkant
Pululahua, met aanstormende wolken ana de overkant
Niet het ijsje dat ik dacht dat het was
Niet het ijsje dat ik dacht dat het was

Het was een blij weerzien met Laura, Santiago en Steffi. Ik doe mijn best om mijn verhalen van Mindo en Mitad del Mundo in het Spaans uit te leggen. Daarna kan ik nog even het weerbericht raadplegen voor de rest van Ecuador. Mijn idee is om de Quilotoa trek te doen, maar daar is het heel slecht blijkbaar. Uiteindelijk besluit ik om Baños te proberen. Dat ligt nog redelijk centraal, vandaar kan ik nog terugkeren naar Quilotoa of verder naar de jungle. De kust komt alvast niet meer in het vizier, daar heb ik ook genoeg van gezien op de Galapagos. Na nog een lekkere maaltijd en een leuke babbel, trek ik mij terug in mijn kamer om mijn valies te maken.

’s Morgens schenk ik mijn laptoprugzak weg aan Santiago, want die is totaal niet geschikt om mee te reizen (de rugzak, niet Santiago). Daarna nog een fotootje met mijn Ecuadoriaanse familie. Net als ik wil vertrekken, breekt de hemel echter open, dus ik stel mijn vertrek wat uit. Na wat opties te overlopen komt Laura met de oplossing. Voor $12 kan ik een gedeelde taxi nemen naar Ambato en vandaar een lokale bus naar Baños. Dat is iets meer dan ik normaal ging betalen, maar het gemak van opgehaald te worden en droog te blijven, wint het van mijn spaarzaamheid. Ik neem uitgebreid afscheid van Laura en Santiago (al maakt mijn beperkt Spaans dat wat moeilijk), ook dat is onderdeel van reizen.

Nog een fotootje voor het vertrek
Nog een fotootje voor het vertrek